17 min read

Acute risico's van XTC-gebruik

Note: This is a draft; it is messy and not ready for the ‘general public’ yet!

Incidenten en sterfgevallen in Nederland

In deze berekeningen wordt gerekend met het aantal inwoners in Nederland dat op 1 januari 2016 een leeftijd van 18 jaar of ouder had, omdat dat de groep is waarvoor CBS prevalenties beschikbaar heeft. Dit zijn 13562539 mensen ([Bevolking; geslacht, leeftijd en burgerlijke staat, 1 januari, CBS] (https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/7461bev/table?dl=6596&ts=1548663473942)). Verder word de Nationale Drugs Monitor 2017 gebruikt.

Wat weten we over gebruikspatronen?

Een discussie over incidenten en sterfgevallen is niet zinvol zonder inkadering in de context. In 2016 zijn bijvoorbeeld 5600 mensen opgenomen met een alcoholvergiftiging; nog eens 16300 mensen zijn op een spoed-eisende hulp (SEH) behandeld aan een letsel dat zijzelf veroorzaakten door een incident of geweld door alcohol; en in 2014 overleden 882 mensen met alcoholgebruik als primaire doodsoorzaak. Alcohol wordt echter ook door ongeveer 80% van de bevoking gebruikt: relatief is de kans dus relatief laag ondanks deze hoog lijkende absolute frequenties. Belangrijker is dat de kans op alcoholvergiftging, net als de kans op vergiftiging met andere stoffen, sterk afhankelijk is van de dosis. Als iemand elke maand een keer vijf glazen alcohol drinkt is dat minder gezond dan helemaal niet drinken, maar de kans op een incident is verwaarloosbaar in vergelijking met iemand die elke week twee keer 15 glazen alcohol drinkt. De context is dus cruciaal.

Hoeveel mensen gebruiken XTC?

Hier is ook informatie over bij XTC-gebruik. Het CBS rapporteert dat 2.9% van de Nederlanders van 18 jaar of ouder in 2016 aangaf het laatste jaar XTC te hebben gebruikt (Leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek, CBS). Gegeven de gebruikspatronen bij XTC (zie onder) kan deze groep als XTC-gebruiker worden aangemerkt. Gegeven dat er in 2016 in Nederland 13562539 mensen woonden, zijn dit 393313.631 gebruikers (.029 * 13562539).

Er zijn nog twee andere belangrijke stukjes informatie die nodig zijn om zinnig over incidenten en sterfgevallen te kunnen nadenken, en deze betreffen de gebruikspatronen: hoe vaak gebruiken mensen (frequentie) en hoe veel gebruiken mensen (intensiteit)? Frequentie is belangrijk omdat er per gebruiksgelegenheid een gegeven kans is op een incident of overlijden, dus als frequentie stijgt, stijgt ook de kans op incidenten of sterfgevallen. Intensiteit is belangrijk omdat de kans op een incident of overlijden bij XTC, net als bij andere drugs zoals alcohol, dosis-afhankelijk is: bij een verwaarloosbare dosis is de kans 0, bij een duidelijke overdosis is de kans 1, en daar tussenin loopt die kans op (e.g. als een sigmoïde).1

Er zijn drie belangrijke bronnen van informatie over gebruikspatronen: de Global Drug Survey (GDS), het Grote Uitgaans Onderzoek (GUO), en Party Panel. De patronen die worden gevonden zijn steeds vergelijkbaar (zie ook deze post).

Een probleem van de de steekproeven van GDS en GUO is dat deze studies over middelengebruik gaan, en daarom geen representatieve steekproef werven: er vindt zelfselectie plaats, en het is aannemelijk dat die plaatsvindt op basis van bovengemiddelde affiniteit met het onderwerp. Kortom: de gerapporteerde gebruiksfrequenties zijn waarschijnlijk overschattingen. De laatste Party Panel ronde heeft hier minder last van, omdat deze ronde, en de twee voorgaande rondes, niet over middelen gingen. Hier worden dan ook iets lagere frequenties gevonden. Dit is echter een relatief kleine steekproef, dus ik reken hier verder met de lijn uit de andere steekproeven. Dit betekent wel dat we uitkomen op overschattingen van de gebruikspatronen: mensen gebruiken waarschijnlijk minder frequent (en intens) dan hier wordt berekend.

Hoe vaak gebruiken mensen XTC?

Frequentie van gebruik is in Party Panel in 2015, 2016, en 2018 gemeten. We kunnen deze frequenties indelen in categorieën. Ik gebruik hier vier categorieën. De eerste bestaat uit de sporadische gebruikers, die maximaal 2 keer per jaar gebruiken. De tweede bestaat uit weiniggebruikers, die zich houden aan de meest conservatieve interpretatie van de richtlijn om niet vaker te gebruiken dan elke 4-6 weken. Dit zijn dus de mensen die 3 tot 8 keer per jaar gebruiken. De derde bestaat uit gemodereerde gebruikers, die diezelfde richtlijn juist zo liberaal mogelijk interpreteren en dus 9 tot 12 keer per jaar gebruiken. Tot slot onderscheid ik de vaakgebruikers, die vaker dan elke maand gebruiken (dus 13 keer per jaar of vaker).

Ingedeeld in deze categorieën laat elke Party Panel ronde de volgende frequenties zien:

Sporadische gebruikers Weiniggebruikers Gemodereerde gebruikers Vaakgebruikers
15 114 262 113 84
16 153 276 119 103
18 38 58 19 22
Sporadische gebruikers Weiniggebruikers Gemodereerde gebruikers Vaakgebruikers
15 20 46 20 15
16 24 42 18 16
18 28 42 14 16
   Sporadische gebruikers Weiniggebruikers Gemodereerde gebruikers
15                    114              262                     113
16                    153              276                     119
18                     38               58                      19
   Vaakgebruikers
15             84
16            103
18             22

Cramér's V 95% confidence interval (point estimate = .05):  
Using Fisher's z: [0; .1]

Chi-square[6] = 6.93, p = .327

Omdat deze verdelingen praktisch hetzelfde zijn, kunnen we ze combineren om tot een iets betere schatting te komen:

Var1 Freq
Sporadische gebruikers 305
Weiniggebruikers 596
Gemodereerde gebruikers 251
Vaakgebruikers 209
Var1 Freq
Sporadische gebruikers 22
Weiniggebruikers 44
Gemodereerde gebruikers 18
Vaakgebruikers 15

.

Party Panel 15.1 (2015):

Frequencies Perc.Total Perc.Valid Cumulative
Sporadische gebruikers 114 19.9 19.9 19.9
Weiniggebruikers 262 45.7 45.7 65.6
Gemodereerde gebruikers 113 19.7 19.7 85.3
Vaakgebruikers 84 14.7 14.7 100.0
Total valid 573 100.0 100.0

Party Panel 16.1 (2016):

Frequencies Perc.Total Perc.Valid Cumulative
Sporadische gebruikers 153 23.5 23.5 23.5
Weiniggebruikers 276 42.4 42.4 65.9
Gemodereerde gebruikers 119 18.3 18.3 84.2
Vaakgebruikers 103 15.8 15.8 100.0
Total valid 651 100.0 100.0

Party Panel 18.1 (2018):

Frequencies Perc.Total Perc.Valid Cumulative
Sporadische gebruikers 38 27.7 27.7 27.7
Weiniggebruikers 58 42.3 42.3 70.1
Gemodereerde gebruikers 19 13.9 13.9 83.9
Vaakgebruikers 22 16.1 16.1 100.0
Total valid 137 100.0 100.0
Frequencies Perc.Total Perc.Valid Cumulative
1 305 22.4 22.4 22.4
2 294 21.6 21.6 44.0
3 196 14.4 14.4 58.4
4 106 7.8 7.8 66.2
5 53 3.9 3.9 70.1
6 198 14.5 14.5 84.6
7 17 1.2 1.2 85.9
8 21 1.5 1.5 87.4
9 9 0.7 0.7 88.1
10 9 0.7 0.7 88.8
11 1 0.1 0.1 88.8
12 87 6.4 6.4 95.2
14 2 0.1 0.1 95.4
15 8 0.6 0.6 96.0
16 1 0.1 0.1 96.0
17 1 0.1 0.1 96.1
18 26 1.9 1.9 98.0
20 5 0.4 0.4 98.4
24 4 0.3 0.3 98.7
25 1 0.1 0.1 98.8
26 11 0.8 0.8 99.6
30 1 0.1 0.1 99.6
36 1 0.1 0.1 99.7
52 2 0.1 0.1 99.9
60 1 0.1 0.1 99.9
78 1 0.1 0.1 100.0
Total valid 1361 100.0 100.0

Hoeveel XTC gebruiken mensen?

Niet alleen gebruiksfrequentie is belangrijk voor het risico op incidenten en overlijden, gebruiksintensiteit is dat ook. Het is daarom ook belangrijk om te weten hoeveel XTC mensen gebruiken. Hierbij is de norm om in een gebruiksgelegenheid maximaal 1 - 1.5 milligram MDMA per kilo lichaamsgewicht te gebruiken om de risico’s te minimaliseren en de positieve effecten te optimaliseren.


 Sporadische gebruikers        Weiniggebruikers Gemodereerde gebruikers 
               0.224100                0.437913                0.184423 
         Vaakgebruikers 
               0.153564 
freqsLong$cat: Sporadische gebruikers
[1] 2
-------------------------------------------------------- 
freqsLong$cat: Weiniggebruikers
[1] 5.36913
-------------------------------------------------------- 
freqsLong$cat: Gemodereerde gebruikers
[1] 11.5777
-------------------------------------------------------- 
freqsLong$cat: Vaakgebruikers
[1] 28.488
   
      0   1   2   3   4   5   6   7   8   9  10  11  12  14  15  18  20
  0 111   0   0   0   0   0   1   0   0   0   0   0   0   0   0   0   0
  1  58 114 124  96  42  21  91   7   7   3   5   1  36   1   3  11   3
   
     25  26  30  52  60
  0   0   0   0   0   0
  1   1   3   1   1   1

  0   1 
 58 114 
[1] 1.66279

 <= 120mg 120-170mg  >= 170mg 
      118        66       104 

 <= 120mg 120-170mg  >= 170mg 
 0.409722  0.229167  0.361111 
Table 1: Incidenten per gebruikersgroep
<= 120mg 120-170mg >= 170mg
Sporadische gebruikers 15.0582 30.1165 60.233
Weiniggebruikers 40.4248 80.8496 161.699
Gemodereerde gebruikers 87.1698 174.3397 348.679
Vaakgebruikers 214.4899 428.9799 857.960
Table 1: Incidenten per 10.000 gebruikers in elke gebruikersgroep
<= 120mg 120-170mg >= 170mg
Sporadische gebruikers 4 12 36
Weiniggebruikers 6 22 21
Gemodereerde gebruikers 52 142 91
Vaakgebruikers 200 931 559
   Intensiteit Frequentie      Freq xMargins yMargins
1     <= 120mg Sporadisch 0.1120321 0.381742 0.228216
2    120-170mg Sporadisch 0.0705403 0.215767 0.228216
3     >= 170mg Sporadisch 0.0456431 0.402491 0.228216
4     <= 120mg     Weinig 0.1950211 0.381742 0.506223
5    120-170mg     Weinig 0.0995835 0.215767 0.506223
6     >= 170mg     Weinig 0.2116183 0.402491 0.506223
7     <= 120mg       Gem. 0.0456431 0.381742 0.182572
8    120-170mg       Gem. 0.0331945 0.215767 0.182572
9     >= 170mg       Gem. 0.1037349 0.402491 0.182572
10    <= 120mg       Vaak 0.0290459 0.381742 0.082989
11   120-170mg       Vaak 0.0124486 0.215767 0.082989
12    >= 170mg       Vaak 0.0414945 0.402491 0.082989
Warning: Ignoring unknown aesthetics: width

De voorkeursdosis (gebruiksintensiteit) voor de deelnemers aan Party Panel 15.1 is te zien in Figuur 1. Hier is duidelijk zichtbaar dat deze voorkeursdosis, net als voorkeursfrequentie, rechtsscheef is: de veel gebruikers zitten onder de 100 milligram, en er zijn maar relatief weinig die boven de 150 milligram uitkomen.

In Figuur 1 is de gerapporteerde gewenste dosis afgezet tegen de gerapporteerde frequentie van gebruik voor de deelnemers die beiden rapporteerden in Party Panel 15.1.

Relatie tussen gebruiksfrequentie en voorkeursdosis

Figure 1: Relatie tussen gebruiksfrequentie en voorkeursdosis

Zoals gezegd is gewicht ook belangrijk, en een deel van de deelnemers aan Party panel heeft ook hun gewicht gerapporteerd. Op basis daarvan zijn in Figuur 2 de deelnemers ingekleurd op basis van hun gewicht.

Relatie tussen gebruiksfrequentie en voorkeursdosis, met inkleuring op basis van gewicht

Figure 2: Relatie tussen gebruiksfrequentie en voorkeursdosis, met inkleuring op basis van gewicht

Het aanbevolen verband tussen intensiteit en gewicht lijkt niet overduidelijk aanwezig (dan zouden de lager gelegen stippen vooral paars zijn; de middengelegen stippen blauwgroen; en de hoogstgelegen stippen geel).

Op basis van deze gegevens kunnen we berekenen hoeveel mensen in verschillende doses doseren. In de Nationale Drug Monitor staat een fout waar Brunt, Koeter, Niesink & van den Brink (2012) worden aangehaald:

Bij ecstasytabletten met meer dan 100 mg MDMA beginnen zelf-gerapporteerde ongewenste bijwerkingen de gewenste subjectieve effecten te overheersen (Brunt et al., 2012). Boven 180 mg hebben de bijwerkingen vaak geheel de overhand.

Dit is echter niet wat Brunt et al. rapporteren; dit is duidelijk zichtbaar in hun Figuur 2, hier gereproduceerd in Figuur 3:

Reproductie van Figuur 2 uit Brunt et al.

Figure 3: Reproductie van Figuur 2 uit Brunt et al.

De positieve effecten zijn maximaal bij ongeveer 90 milligram, maar blijven nog tot ongeveer 170 milligram de negatieve effecten overheersen. De negatieve effecten beginnen pas bij 120 milligram te stijgen; tot die dosis verschillen de negatieve effecten niet significant van het niveau bij een dosis van 0 milligram.

De negatieve effecten stijgen langzaam tot ongeveer 160 milligram, waarna hun toename versnelt. De dosis waar de kansen op negatieve effecten en op positieve effecten elkaar kruisen, ongeveer 170 milligram MDMA, is bovendien ongeveer waar 50% kans is op zowel positieve effecten als negatieve effecten.

Twee redelijke categorisaties van dosering lijken dus 120 milligram (als de negatieve effecten starten) en 170 milligram (als de kans op negatieve effecten ongeveer 50% is, en de kans op positieve effecten begint te overstijgen). 120 milligram is de bovengrens van de geadviseerde dosering voor mensen van 80 kilo (of zwaarder). 170 milligram is de bovengrens van de geadviseerde doserng voor mensen van 115 kilo (of zwaarder). Dit lijken dus relatief conservatieve grenswaarden; het is plausibel dat deze voor de meeste mensen het risico op incidenten nog niet aanzienlijk verhogen.

Frequencies Perc.Total Perc.Valid Cumulative
<= 120mg 118 15.9 41.0 41.0
120-170mg 66 8.9 22.9 63.9
>= 170mg 104 14.0 36.1 100.0
Total valid 288 38.7 100.0
NA (missing) 456 61.3
Total 744 100.0

41 procent van de deelnemers aan Party Panel 15.1 gaf aan het liefst een dosis van maximaal 120 milligram MDMA te gebruiken, 22.9 procent gebruikte het liefst een dosis tussen de 120 en 170 milligram, en 36.1 procent gebruikte het liefst een dosis waarbij volgens de resultaten van Brunt et al. de kans op negatieve effecten groter is dan de kans op positieve effecten (hoger dan 170 milligram). Omdat een aantal deelnemers ook hun gewicht had gerapporteerd, kunnen we het gemiddelde gewicht in deze drie categorieën bekijken: dit is respectievelijk 70.3kg, 74.8kg, en 77.6kg - een lichte toename, maar gemiddeld genomen lijkt de 36.1 procent Party Panel 15.1 deelnemers die meer dan 170 mg gebruikt fors meer te gebruiken dan de richtlijn van 1-1.5mg MDMA per kg lichaamsgewicht.

Gebruikspatronen: samenvatting

De meeste mensen gebruiken enkele keren per jaar XTC:

Var1 Freq
Sporadische gebruikers 305
Weiniggebruikers 596
Gemodereerde gebruikers 251
Vaakgebruikers 209
Var1 Freq
Sporadische gebruikers 22
Weiniggebruikers 44
Gemodereerde gebruikers 18
Vaakgebruikers 15

En de meeste mensen gebruiken een dosis waarbij de positieve effecten de negatieve effecten overheersen:

Gegeven deze onevenredige verdeling van gebruiksfrequentie en dosering is de kans op een incident of sterfgeval voor de modale gebruiker dus een fractie van de kans voor vaakgebruikers, de 4.8% die elke maand of vaker gebruikt, of veelgebruikers, de 36.1% die 170 milligram MDMA of meer gebruikt per gebruiksgelegenheid. Deze inzichten maken het straks mogelijk om de kans op incidenten te berekenen per jaar per XTC-gebruiker.

Rapportage over incidenten

Zoals in de Nationale Drug Monitor 2017 wordt gerapporteerd (p. 181) werden er in 2016 in totaal 5 654 incidenten gemeld, waarvan in 1275 gevallen alleen XTC werd gerapporteerd (waarvan in een onbekend aantal gevallen in combinatie met alcohol; overigens betrof dit zelfrapportage).

Per gebruiksgelegenheid is de kans op een incident dus 1275 gedeeld door 3146509.048, oftewel 0.000405, oftewel 0.041 procent (grofweg 1 op 2500).

Dit kunnen we in context plaatsen door deze gebruiksgelegenheden te vergelijken met de frequentieklassen. Om dit zorgvuldig te doen gaan we eerst terug naar de ruwe gerapporteerde gebruiksfrequenties, die we vermenigvuldigen met de kans op een incident per gebruiksgelegenheid. Dat geeft ons de kans op een incident per gebruiker per jaar, apart voor gebruikers met verschillende gebruiksfrequenties:

Aantal mensen Percentage Cumulatief Ruwe kans op een incident Reciproke van ruwe kans op een incident
1 305 22.4 22.4 0.000405 2468
2 294 21.6 44.0 0.000810 1234
3 196 14.4 58.4 0.001216 823
4 106 7.8 66.2 0.001621 617
5 53 3.9 70.1 0.002026 494
6 198 14.5 84.6 0.002431 411
7 17 1.2 85.9 0.002836 353
8 21 1.5 87.4 0.003242 308
9 9 0.7 88.1 0.003647 274
10 9 0.7 88.8 0.004052 247
11 1 0.1 88.8 0.004457 224
12 87 6.4 95.2 0.004863 206
14 2 0.1 95.4 0.005673 176
15 8 0.6 96.0 0.006078 165
16 1 0.1 96.0 0.006483 154
17 1 0.1 96.1 0.006889 145
18 26 1.9 98.0 0.007294 137
20 5 0.4 98.4 0.008104 123
24 4 0.3 98.7 0.009725 103
25 1 0.1 98.8 0.010130 99
26 11 0.8 99.6 0.010535 95
30 1 0.1 99.6 0.012156 82
36 1 0.1 99.7 0.014588 69
52 2 0.1 99.9 0.021071 47
60 1 0.1 99.9 0.024313 41
78 1 0.1 100.0 0.031606 32
Total valid 1361 100.0 0.000000 Inf
<= 120mg 120-170mg >= 170mg
Sporadische gebruikers 27 17 11
Weiniggebruikers 47 24 51
Gemodereerde gebruikers 11 8 25
Vaakgebruikers 7 3 10

We kunnen dit ook uitdrukken in percentages:

<= 120mg 120-170mg >= 170mg
Sporadische gebruikers 9.38 5.90 3.82
Weiniggebruikers 16.32 8.33 17.71
Gemodereerde gebruikers 3.82 2.78 8.68
Vaakgebruikers 2.43 1.04 3.47

In deze tabel zijn de onderste twee rijen het vaakst blootgesteld aan de kans op een incident, terwijl de kans op een incident het grootst is voor de rechter kolom.

Dit impliceert dat er dus slechts een relatief kleine groep gebruikers is die risico loopt op incidenten; veruit de meeste mensen gebruiken niet veel en niet vaak. Het aantal incidenten betreft dus waarschijnlijk een kleine groep mensen - het is belangrijk om preventieactiviteiten op deze groep te richten.

Wat is een ‘incident’?

Er is niet geregistreerd wat een incident precies behelst. Een XTC-gebruiker die een klacht heeft die ongerelateerd is aan het XTC-gebruik (bijvoorbeeld een al bestaande klacht, zoals hoofdpijn; of een klacht veroorzaakt door dansen; of door alcoholgebruik; of door vermoeidheid, etc) zal dus toch onder deze meldingen vallen.

Er is wel een indirecte indicatie van of een incident zorgwekkend is: de incidenten worden in drie ‘ernstigheden’ ingedeeld. Tabel 6.6 in de Nationale Drugs Monitor 2017 (p. 182) laat deze indeling zien voor een periode van acht jaar.

In deze periode waren er in totaal 7605 incidenten (951 per jaar), zonder de SEH-LIS ziekenhuizen worden uitgesloten (deze categoriseerden incidenten niet in die drie ernstigheden). Hiervan waren er 5527 licht, 1693, en 383 ernstig. Een licht incident betekent dat iemand nog goed aanspreekbaar is; bij een matig incident beoordeeld de hulpverlener dat iemand onvoldoende aanspreekbaar is, en duidelijk onder invloed; en bij een ernstig incident is iemand niet goed aanspreekbaar omdat diegene niet meer bij bewustzijn is, geagiteerd is, of agressief is, waarbij hartslag, bloeddruk, of ademhalingsfrequentie eventueel verstoord is.

Bijna driekwart, 73 procent van de incidenten, valt in de lichtste categorie, waarbij de gebruiker dus goed aanspreekbaar is, niet duidelijk onder invloed, en waarbij geen sprake is van agitatie, agressie, of verstoorde hartslag, bloeddruk, of ademhalingsfrequentie. Gegeven de symptomen van XTC-intoxicatie is van de meldingen in deze categorie de kans laag dat ze een XTC-gerelateerd risico betreffen.

Dat betekent dat er tweeduizend (2078.19) mogelijke zorgwekkende ‘incidenten’ plaatsvonden in die acht jaar, oftewel 27 procent van de incidenten.

Van de 1275 incidentmeldingen uit 2016 betreffen naar schatting dus ongeveer 931 milde incidenten, en 344 matige en ernstige incidenten. De kans op een matig tot ernstig incident is dus 0.000109, oftewel 0.0109 procent (1 op 9140). Dit kunnen we weer toevoegen aan de tabel met gebruiksfrequenties om een beter beeld te krijgen van deze risico’s.

Aantal mensen Percentage Cumulatief Ruwe kans op een incident Reciproke van ruwe kans op een incident Kans op een matig tot ernstig incident Reciproke van kans op een matig tot ernstig incident
1 305 22.4 22.4 0.000405 2468 0.000109 9140
2 294 21.6 44.0 0.000810 1234 0.000219 4570
3 196 14.4 58.4 0.001216 823 0.000328 3047
4 106 7.8 66.2 0.001621 617 0.000438 2285
5 53 3.9 70.1 0.002026 494 0.000547 1828
6 198 14.5 84.6 0.002431 411 0.000656 1523
7 17 1.2 85.9 0.002836 353 0.000766 1306
8 21 1.5 87.4 0.003242 308 0.000875 1143
9 9 0.7 88.1 0.003647 274 0.000985 1016
10 9 0.7 88.8 0.004052 247 0.001094 914
11 1 0.1 88.8 0.004457 224 0.001203 831
12 87 6.4 95.2 0.004863 206 0.001313 762
14 2 0.1 95.4 0.005673 176 0.001532 653
15 8 0.6 96.0 0.006078 165 0.001641 609
16 1 0.1 96.0 0.006483 154 0.001751 571
17 1 0.1 96.1 0.006889 145 0.001860 538
18 26 1.9 98.0 0.007294 137 0.001969 508
20 5 0.4 98.4 0.008104 123 0.002188 457
24 4 0.3 98.7 0.009725 103 0.002626 381
25 1 0.1 98.8 0.010130 99 0.002735 366
26 11 0.8 99.6 0.010535 95 0.002845 352
30 1 0.1 99.6 0.012156 82 0.003282 305
36 1 0.1 99.7 0.014588 69 0.003939 254
52 2 0.1 99.9 0.021071 47 0.005689 176
60 1 0.1 99.9 0.024313 41 0.006564 152
78 1 0.1 100.0 0.031606 32 0.008534 117
Total valid 1361 100.0 0.000000 Inf 0.000000 Inf

Kans op overlijden

De registratie van drugsgerelateerde sterfgevallen is zodanig dat er geen duidelijke cijfers beschikbaar zijn. Op basis van wat de NDI rapporteert op pagina’s 186-187 lijkt de beschikbare evidentie te convergeren op ongeveer 5 sterfgevallen per jaar. Gegeven de 3.661.487 gebruiksgelegenheden per jaar is de kans op overlijden dus 5 / 3661486.924886 = 0.000001, oftewel 0.00014%, oftewel 1 op 732297, zeg 1 op 732 duizend.

Net als de kans op incidenten is de kans op overlijden per gebruiksgelegenheid onder andere een functie van de dosis MDMA die wordt gebruikt. En de kans op overlijden per gebruiker per jaar is dan bovendien weer een functie van hoe vaak diegene per jaar gebruikt.

Conclusie

Ik heb gerapporteerd wat bekend is over de kans op incidenten bij XTC-gebruikers in Nederland, gebaseerd op data uit Party Panel, de Global Drugs Survey, het Nationale Uitgaans Onderzoek, de Nationale Drugs Monitor, en data van het CBS. De data met betrekking tot frequenties van gebruik lijken relatief betrouwbaar: verschillende studies laten vergelijkbare gerapporteerde frequenties zien. De data met betrekking tot gewenste intensiteit komen alleen uit Party Panel, en de data met betrekking tot incidenten betreffen onderschattingen van het aantal incidenten, omdat niet alle hulpverlenende instellingen incidenten rapporteren.

Tegelijk komt duidelijk naar voren dat een ‘kans op een incident per gebruiker’ of een ‘kans op overlijden per gebruiker’ geen bruikbare concepten zijn. Gebruikers verschillen fors met betrekking tot gebruiksfrequentie en -intensiteit. De overgrote groep gebruikt niet vaak en niet veel, en hun risico op een incident is een fractie van dat van de kleinere groep die wel vaak en wel veel gebruikt.

Het is daarom belangrijk deze groep te bereiken met preventieactiviteiten.

Referenties

Brunt, T.M., Koeter, M.W., Niesink, R.J., and Van den Brink, W. (2012). Linking the pharmacological content of ecstasy tablets to the subjective experiences of drug users. Psychopharmacology, 220, pp. 751-762. doi:10.1007/s00213-011-2529-4

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2018). Leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek; persoonskenmerken. Retrieved from https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83021NED/table?dl=13DDD

van Laar, M. W., & van Gestel, B. (2017). Nationale Drug Monitor - Jaarbericht 2017. Trimbos Instituut.

Peters, G.-J. Y., & Noijen, J. (2015). Party Panel 15.1. Celebrate Safe.


  1. Combigebruik is overigens ook erg belangrijk, maar hierover is te weinig bekend om ervoor te corrigeren.